Het daadwerkelijke Zelfonderzoek

Door
In Artikelen

Het daadwerkelijke Zelfonderzoek verschilt van alle andere soorten van onderzoek.
Hier wordt geen verschijnsel bestudeerd, maar hebben we oog en besef voor het gegeven waarin alles verschijnt, vertoeft en verdwijnt.
Zoals de Zen leraar Dogen zo mooi beschrijft :
” Het bestuderen van de Tau is het bestuderen van het Zelf. En het bestuderen van het Zelf is het zelf vergeten.”
Het is paradoxaal ; het zelf onderzoekt zichzelf. Alsof je uit meerdere delen zou bestaan.
Het zoekende zelf is zijn eigen onderzoek. Wie zit er ónder de zoeker? Achter de zoeker? In de zoeker?
Totdat de zoeker oplost in zichzelf, in zijn diepste intimiteit, gaat de horizontale zoekbeweging door.
De onderzoeker is het gezochte. Het zoekende zelf is het Zelf.
Er is maar een Zelf en Dát ben jij en Dát is de ingrond van het bestaan.
Sommigen noemen dat God en anderen weer leegte, anderen weer Bewustzijn of het Absolute.
Maar in zichzelf is het naamloos, zoals alles naamloos is!
Alle authentieke, werkzame wegen leiden tot het samenvallen en oplossen van de tegendelen.
Alles is Zelf en alles is bewustzijn.
Gedurende het onderzoek dient men een belangrijk onderscheid te maken tussen het zelf
– wat staat voor persoonlijkheid, ik-structuur of ego-bewustzijn en het zelfloze Zelf.
Het ik-besef heeft specifieke eigenschappen, een geschiedenis, tijd -en cultuurgeest.
Duizenden oorzaken en gevolgen leiden tot een schepping, een structuur, een lichaam, een imago, een persona.
Het zelfloze Zelf heeft geen oorzaak en is tijdloos en toch onlosmakelijk EEN met alles.
Wanneer het onderzoek op het relatieve vlak plaatsvindt dan ontstaan de wetenschappen zoals psychologie, sociologie, antropologie, anatomie, scheikunde, natuurkunde etc.
We zijn steeds meer te weten gekomen over alle verschijnselen zonder dat dit geluk, vrede, liefde of echte vrijheid heeft gebracht.
Al deze kwaliteiten waar de mens naar zoekt en verlangt zijn niet te verkrijgen door kennis.
Alle Mystici en Ontwaakten hebben getuigenissen afgelegd dat het geluk en vrijheid niet te vinden is in de relatieve wereld(relaties) maar de grondslag is van ons Zelf.
” Ik ben de weg, de waarheid en het Leven.”
Wanneer we de blik naar binnen toe verschuiven dan komen we tot de ondervinding, het besef wat en wie we zijn.
Dit besef is niet cognitief maar existentieel. Het is bezield.
We kunnen er eigenlijk niets zinnigs over zeggen, maar het heeft een diep effect op ons bestaan.
Wanneer we dit totaal en radicaal ‘aanpakken’, niet met de traditionele doeners mentaliteit,
maar met liefde en intelligentie voor de waarheid en bereid zijn alles wat zich aandient en voltrekt onder ogen te komen,
dan vindt een permanente onomkeerbare verschuiving plaats van het bewustzijn.
Van het denkbeeldige en geconditioneerde zelf naar het absolute en tijdloze Zelf- het zelfloze Zelf.
We sterven aan onszelf om geboren te worden als ons Zelf.

Dit sterven wordt doorgaans nogal onderschat.
Kennis over het sterven, en de illusies van het ik en de daarmee geprojecteerde wereld is ontoereikend.
De schriftgeleerden stagneren hier in de waan van weten zonder ook maar enigszins een wezenlijke transformatie te ondergaan.
Het sterven is doorgaans angstaanjagend (voor het ik) omdat we hierdoor alle schijnbare zekerheden verliezen.
Het liefst zou men de kool en de geit sparen.
Het ware Zelf consumeert en verteert het onwezenlijke zelf en toont onze identiteitsloze realiteit.
Juist wat iedereen zo koestert; zijn vertrouwde, en weliswaar niet goed functionerende zelf,
wordt hier moedwillig ontmanteld om zodoende in alle kwetsbaarheid en naaktheid aan het Universele licht te verschijnen.
En dit licht ben jij!

Dit licht is de bron van alles en authentiek onderzoek voert de persona terug naar zijn oorspronkelijkheid.
Alleen iemand met het inzicht van vergankelijkheid van alle relatieve verschijnselen en met een spirit van compromisloze liefde
dringt door alle lagen van ervaring heen zonder zich te hechten aan tussentijdse ervaringen van weerstand, angst, gelukzaligheid en bovennatuurlijke verschijnselen.
Er wordt niet gehecht aan waardering of verstoting, noch aan erkenning of verbanning.
Het Hart staat zo in vuur en vlam dat men niet anders kan dan ieder risico te nemen,
al het tijdelijke op het spel te zetten en radicaal en onomkeerbaar de innerlijke afdaling in gang te zetten.
Totdat je sterft…

En dan word je meegevoerd door de universele kracht en implodeer je in het Zelf, als het Zelf.
Hierna kom je tot bloei, tot uitdrukking, tot leven.
Nu ben je schepper, vrij, en authentiek. Het harnas is opgelost en de speelse souplesse neemt het over.
Wat het leven in petto heeft weet je niet en verlang je niet te weten.
Het is goed zo, zo compleet en vervullend, nergens naartoe of vanaf.
Precies zoals het is.

Dit onderzoek of deze missie is de roeping van ieder mens.
Het is de ingeboren wens van het Hart om tot wasdom te komen precies zoals in ieder zaad een kracht is die wil ontspruiten.
We kunnen deze kracht voeden of verwaarlozen,
we lichten op of verschrompelen en blijven medeplichtig en
mede scheppend om de genade te mogen ontvangen.
De universele wil tracht ons verzet te breken.
Het wil door de waan van een afgescheiden ik-bewustzijn heen breken.
Het Leven zet alles in om dit te bewerkstelligen en ook het ikje vecht – tevergeefs- koppig voor zijn bestaansrecht.
Wat echt en waar is vecht niet, is niet aan het overleven.
Het is het eeuwige leven. De menselijke maatstaf voldoet hier niet.
Een millennium is een knipoog in de eeuwigheid.

Volgens de Hindoes is de uitdijing van het universum een uitademing van Brahman.
Straks implodeert het hele universum weer in zijn vormloze toestand.
De wijze herkent zichzelf als beide en heeft het Goddelijke in zijn menselijkheid geabsorbeerd en andersom.
Zelf bewandelde ik de paden van Meditatie, Advaita, Devotie en Mantra yoga.
Altijd in diepe verbinding en communie met een Meester of Traditie. En ze vielen allemaal samen.
De uiterlijke verschillen ten spijt toonden ze allemaal het Ene absolute, gingen ze over in elkaar en werd Bhakti, Jnana en Dhyana *.
Alle vormen leidden tot overgave van een denkbeeldige afgescheidenheid tot een onomkeerbare Aanwezigheid die zowel stilte als liefde baart,
Creativiteit als actie bevat, Leegte als vervulling behelst.
Deze realisatie door laten dringen in alle facetten van onze menselijkheid is de volgende openbaring.
En die gaat vanzelf.
Het gaat hier niet om een ervaring, maar om de totale verwezenlijking van waarheid.
Dit is de incarnatie van het Goddelijke in het menselijke en omvat alle aspecten van het leven.
We incarneren eindelijk en we komen tot eindeloze expansie.
Het absolute en relatieve blijken zelfs misvattingen te zijn, omdat ze een zijn.

* Deze Sanskriet woorden hebben in onze taal geen exacte vertaling.
Bij benadering kunnen we de volgende betekenissen geven:
Bhakti- liefdevolle toewijding.
Jnana- Pure Kennis van het Zelf.
Dhyana- meditatie, absorptie in het Zelf.

Recente artikelen